3. Alimentatie

Alimentatie

Alimentatie is een belangrijk onderdeel van de financiële afhandeling. Hierbij wordt de financiële stabiliteit van de ex-echtgenoot en kinderen afgesproken.

Kinderalimentatie
Als er kinderen betrokken zijn bij een echtscheiding dan is kinderalimentatie een belangrijk onderdeel van de financiële afspraken. In het ouderschapsplan worden naast de praktische zaken zoals de verblijfsregeling en de verdeling van zorg- en opvoedingstaken ook financiële afspraken vastgelegd. Tijdens een echtscheiding is het waarborgen van financiële stabiliteit voor alle betrokkenen van cruciaal belang. Kinderalimentatie speelt een vitale rol in het verzekeren van deze stabiliteit voor zowel de kinderen als beide ouders.

Kinderalimentatie is bedoeld om de kosten te dekken die samenhangen met de zorg, opvoeding en educatie van jullie kinderen na de scheiding. Voor de bepaling van de hoogte van de kosten, van de kinderen tot 18 jaar, en de bijdrage hierin van beide ouders wordt meestal uitgegaan van de zogenaamde ‘Tremanormen’. De Nederlandse Vereniging van de Rechtspraak heeft het rapport Alimentatienormen opgesteld zodat voorkomen wordt dat iedere rechtbank een andere berekeningsmethodiek hanteert.

Het is belangrijk om te onthouden dat de behoeften en omstandigheden van elk gezin uniek zijn. Als Scheidingsdeskundige begrijp ik dit en bied ik deskundig advies en begeleiding bij het vaststellen van eerlijke en evenwichtige alimentatieregelingen. Mijn doel is om jullie de best mogelijke financiële ondersteuning te bieden, voor zowel de kinderen als voor jullie zelf, terwijl ik streef naar een soepele overgang naar de volgende fase van jullie leven.

Het staat jullie als ouders vrij om invulling te geven aan de kosten van de kinderen en de verdeling hiervan. Deze contractsvrijheid is niet onbeperkt. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om ten nadele van de kinderen af te wijken.

Bij het vaststellen van de kosten van jullie kinderen tot 18 jaar wordt rekening gehouden met de ontvangen kinderbijslag. De kosten die resteren nadat de kinderbijslag verrekend is wordt in de ‘Tremanormen’ het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen genoemd.

Dit eigen aandeel is gebaseerd op het netto besteedbaar gezinsinkomen op het moment van scheiden. Vervolgens worden de kosten van de kinderen na de scheiding tussen beide ouders verdeeld naar rato van draagkracht.

De draagkracht van beide ouders wordt vervolgens bepaald aan de hand van de inkomenssituatie na de scheiding. Mede door fiscale regels wijkt het netto besteedbaar inkomen na de scheiding veelal af van het netto besteedbaar inkomen tijdens het huwelijk. Bij het bepalen van de draagkracht dient, indien hier recht op bestaat, rekening te worden gehouden met het kindgebonden budget. In 2015 is door de Hoge Raad bepaald dat het kindgebonden budget niet meer in mindering komt op de behoefte van de kinderen maar meegenomen moet worden bij de draagkracht van de ouder die het kindgbonden budget ontvangt.

Tot slot dient bij de berekening van de hoogte van de kinderalimentatie rekening te worden gehouden met de zogenaamde zorgkorting. Als de ouder die kinderalimentatie moet betalen één of meer dagen per week voor de kinderen zorgt, kan die ouder recht hebben op zorgkorting. De hoogte van de zorgkorting is afhankelijk van de vraag hoeveel zorg deze ouder draagt.

Nadat ik de berekening van de kinderalimentatie heb gemaakt, bespreek ik de uitkomst met jullie zodat de afspraken kunnen worden opgenomen in het ouderschapsplan.

Voor jongmeerderjarigen (kinderen ouder dan 18 jaar) wordt de behoefte niet vastgesteld aan de hand van de eerdergenoemde ‘Tremanormen’. Jullie kunnen als ouders de behoefte in overleg vaststellen. Het is gebruikelijk hierbij te kijken naar de werkelijke kosten. Een goed alternatief kan zijn om aansluiting te zoeken bij de normen die gelden voor de Wet studiefinanciering.

Naast de wettelijke plicht tot jaarlijkse indexatie van de kinderalimentatie kunnen de kosten van de kinderen ook gedurende de jaren wijzigen. Ook het inkomen van jouzelf of jouw ex-partner kan wijzigen waardoor de mogelijkheid om bij te dragen in de kosten van de kinderen wijzigt. Dit kan aanleiding zijn om een herberekening te maken zodat er gewijzigde afspraken overeengekomen kunnen worden.

Partneralimentatie
Naast de onderhoudsplicht tussen ouders en kinderen bestaat er na een huwelijk of geregistreerd partnerschap mogelijk een onderhoudsplicht jegens de ex-echtgenoot. Partneralimentatie is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de meest verdienende partner aan de andere ex-partner.

Voor het bepalen van de behoefte aan een financiële bijdrage wordt gekeken naar de welstand tijdens het huwelijk. Hierbij dient rekening te worden gehouden met alle relevante omstandigheden, waaronder de hoogte en de aard van zowel de inkomsten als de uitgaven tijdens het huwelijk. Indien de ex-echtgenoot behoeftig is en niet zelf in het eigen levensonderhoud kan voorzien kan sprake zijn van behoefte aan partneralimentatie.

De berekening van de behoefte aan partneralimentatie betreft maatwerk. Desondanks kan voor het bepalen van de netto behoefte ook een vuistregel (de zogenoemde Hofnorm) worden aangehouden. Deze vuistregel kan worden toegepast, tenzij het bedrag dat aan de hand van de vuistregel is berekend voldoende gemotiveerd is betwist. De vuistregel sluit aan bij het netto te besteden gezinsinkomen van jouzelf en jouw ex-partner tijdens het huwelijk, verminderd met het eigen aandeel in de kosten van de kinderen. Het bedrag dat overblijft wordt geacht beschikbaar te zijn geweest voor het levensonderhoud van beide partijen.

Omdat er rekening mee wordt gehouden dat een alleenstaande duurder uit is dan een samenwoner, wordt de helft van dit te verdelen inkomen met 20% verhoogd. De behoefte kan derhalve gelijkgesteld worden aan 60% van het netto gezinsinkomen.

Per 1 januari 2023 is de wijziging doorgevoerd dat, net als bij kinderalimentatie, bij de berekening van de woonlasten wordt gerekend met een fictief bedrag. Voor dit woonbudget geldt dat er gerekend wordt met een bedrag aan woonlasten van 30% van het netto besteedbaar inkomen. Er wordt vanuit gegaan dat alle woonlasten uit dit woonbudget wordt voldaan. Naast huur of rente betreft het bijvoorbeeld ook energielasten.

De eventueel te betalen partneralimentatie wordt begrensd door de vastgestelde draagkracht en behoefte. De laagste van deze twee maximeert de partneralimentatie. Het kan voorkomen dat de uitkomsten van de berekeningen leiden tot onevenredige verschillen tussen het netto besteedbaar inkomen van de onderhoudsplichtige en de onderhoudsgerechtigde. Vanaf 1 januari 2023 wordt gekeken naar wat jij en jouw ex-echtgenoot feitelijk te besteden hebben. De gedachte hiervan is dat dit ongeveer gelijk is nadat de alimentatie is betaald.